Veilig degusteren met kliekjes
Elke Vlaming gooit jaarlijks heel wat voedsel weg. Die verspilling kost geld en belast het milieu. Dat is jammer. Overschotten van voedsel die goed bewaard worden, kunnen nochtans voor een volgende maaltijd dienen. Maar zijn restjes en kliekjes wel veilig om te eten? Volgens Dorine Van Geert, woordvoerster en Véronique De Bie, experte Directie Transformatie en Distributie van Levensmiddelen van het voedselagentschap FAVV start alles bij een goede bewaring.
Voedselverspilling vermijden door kliekjes of restjes veilig opnieuw op tafel te zetten, hoe doen we dat?
Dorine Van Geert: “Voedsel moet in de eerste plaats goed bewaard worden als we het opnieuw willen gebruiken. Je kan zowel warme als koude gerechten als restjes bewaren. Maar er is een belangrijk verschil. Gerechten die warm geserveerd werden, kan je nog enkele dagen in de koelkast bewaren. Je doet dit best in een afgesloten bakje dat geschikt is om voeding in te bewaren of je kan ook de pot afdekken met plastiekfolie. Koude gerechten bewaar je best niet langer dan 24 uur in de koelkast.”
Nog bruikbare overschotten moeten zo snel mogelijk in de koelkast geplaatst worden?
Dorine Van Geert: “Ja, het is belangrijk dat eetresten snel in de koelkast of diepvriezer belanden. Maar ook de afkoeling van warme gerechten moet op de juiste manier gebeuren. Een maaltijd kan best afgekoeld zijn voordat je ze in de koelkast zet. Als de maaltijd nog te warm is, dan verhoogt de temperatuur in de koelkast en dan kost het de koelkast weer extra energie om de juiste temperatuur te voorzien. Duurt de afkoeling te lang, plaats dan de voeding al warm in de koelkast maar let er dan op dat het product niet te dicht tegen een ander staat.”
Véronique De Bie: “Dat afkoelproces mag niet langer dan twee uur duren. Je kan zelf een handje helpen door bijvoorbeeld te roeren in de pot of door een kookpot in ijswater te plaatsen. Het is niet goed als je de pot met etenswaar een halve dag op het aanrecht laat afkoelen. Bacteriën zijn het meest actief tussen de 60°C en 5°C. Bij die temperaturen krijgen ze vrij spel om zich te ontwikkelen.”
Die bacteriën kunnen de etenswaren aantasten. Merk je dat altijd aan de voeding?
Dorine Van Geert: “Neen, je kan het niet altijd zien. Een voedingsmiddel kan er nog helemaal normaal uitzien. En toch is het mogelijk dat er al toxines gevormd zijn of dat er bacteriën gegroeid zijn. Ruik aan het eten of proef een klein stukje om te kijken of het nog smaakt zoals het zou moeten. Een kleurverandering kan ook wijzen op aantasting. Schimmel zie je meestal wel duidelijk op de voeding.”
Voor welke bacteriën moeten we opletten om voedselvergiftiging te vermijden?
Véronique De Bie: “Er bestaan heel veel verschillende bacteriën die ons ziek kunnen maken. De meest bekende is Salmonella. Als je voeding opwarmt dan moet je zorgen voor voldoende verhitting om eventuele bacteriën te doden. Verwarm het eten grondig op een kookvuur, in een oven of in een microgolfoven. Maar let op met deze laatste. Het kan zijn dat door de ongelijkmatige verhitting van de microgolfoven er nog stukjes koud zijn. Daar kunnen de bacteriën nog aanwezig zijn. Om op veilig te spelen, raden wij ook aan om voedsel maar één keer opnieuw op te warmen en gebruik ook de juiste potjes om op te verwarmen. Het materiaal moet geschikt zijn voor hoge temperaturen. Een lege doos van roomijs is dat bijvoorbeeld niet!”
Dorine Van Geert: “Heel veel hangt ook af van welke soort voeding je opnieuw wil gebruiken. Zo moet je bijvoorbeeld opletten met de bereiding, de koeling en het opnieuw opwarmen van rijst. Gekookte rijst kan besmet zijn door de Bacillus cereus bacterie. Deze bacterie kan sporen vormen die verhitting kunnen overleven. Rijst kan je dus een tweede keer eten op voorwaarde dat je het op de juiste manier in de koelkast hebt bewaard zodat de sporen niet kunnen kiemen en verder ontwikkelen. En je moet de rijst ook opnieuw sterk verhitten. Het is niet eenvoudig om al deze specifieke zaken te weten. Daarom hebben we een website gemaakt.”
Op de website van AFSCA kan je veel informatie terugvinden en je kan er terecht met alle mogelijke vragen over voedselveiligheid.